Aflevering 29 – Jurisprudentie en actualiteiten omgevingsrecht (april 2022)

In deze aflevering van ‘IBR – De podcast’ behandelen Marieke Kaajan, Fleur Onrust (ENVIR Advocaten) en Daan Korsse (Soppe Gundelach advocaten) recente jurisprudentie en actualiteiten op het gebied van het omgevingsrecht, natuurbeschermingsrecht, soortenbescherming en stikstof.

De podcast is hier te luisteren.


Shownotes:

Ontwikkelingen op het gebied van stikstof

  • Rb. Noord-Holland 22 april 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3375 (Stikstofregistratiesysteem)
    De rechtbank komt tot de conclusie dat de snelheidsmaatregel (verlaging van de maximum snelheid op snelwegen naar 100 km/hr) niet voldoet aan art. 6 lid 3 Hrl. Die conclusie is gebaseerd op de vaststelling dat deze maatregel op een aantal Natura 2000-gebieden heeft geleid tot een toename van stikstofdepositie en mitigerende maatregelen om deze toename weg te nemen, niet zijn getroffen.
  • ABRvS 26 april 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1210 (Stikstofregistratiesysteem)
    In de marge van de overwegingen over het bestemmingsplan Callantsoog verwijst de Afdeling naar het stikstofregistratiesysteem en de snelheidsmaatregel. Daaruit kan echter niet een inhoudelijk oordeel over deze snelheidsmaatregel worden afgeleid.
  • Consultatieversie wijziging Regeling natuurbescherming waardoor de snelheidsmaatregel uit het stikstofregistratiesysteem wordt gehaald.
  • Rb. Noord-Holland 26 april 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3350 (Wnb-vergunning Circuit Zandvoort)
    Na eerder een verzoek tot schorsing te hebben afgewezen, concludeert de rechtbank Noord-Holland nu dat de Wnb-vergunning voor het Circuit Zandvoort op goede gronden is verleend. Daarvoor is met name bepalend dat deze vergunning niet meer toestaat dan hetgeen al eerder, voordat het regime van de Habitatrichtlijn van kracht werd, was toegestaan en dat in de Wnb-vergunning een adequaat monitoringssysteem is opgenomen.
  • Rb. Oost-Brabant 22 april 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:1562 (Wnb-vergunning BECC Cuijck)
    Vraag of voor een activiteit die al in 1998 plaatsvond, nog steeds een nieuw beoordeling op grond van de Wnb vereist is. Dat is het geval vanwege de geldende referentiedatum van 10 juni 1994. In dat kader komt ook aan de orde of in latere besluiten wellicht het bestuurlijk rechtsoordeel besloten ligt dat een natuurvergunning niet nodig is, en wat de waarde van zo’n oordeel is.

Conclusie A-G Nijmeijer

  • Conclusie van Advocaat-Generaal Nijmeijer van 14 april 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1109
    In de conclusie wordt een advies gegeven over de begrenzing van de delegatie van de bevoegdheid van de gemeenteraad om bestemmingsplannen vast te stellen aan het college van burgemeester en wethouders. De delegatiemogelijkheid is voor bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte neergelegd in art. 7c lid 13 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en dient ter vervanging van de mogelijkheid om wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsverplichtingen op te nemen in reguliere bestemmingsplannen. Onder de omgevingsplannen zal de delegatiemogelijkheid blijven bestaan voor de bevoegdheid om omgevingsplannen vast te stellen. De Advocaat-Generaal concludeert dat het primaat van de regelgevende bevoegdheid bij de gemeenteraad ligt (ook onder de Omgevingswet), zodat de gedelegeerde bevoegdheid van het college moet worden ingekaderd. Hiervoor kan volgens de Advocaat-Generaal aansluiting worden gezocht bij de jurisprudentie over de objectieve begrenzing van wijzigingsbevoegdheden in reguliere bestemmingsplannen. Volgens de Advocaat-Generaal betekent dit dat het niet mogelijk is om in het delegatiebesluit te verwijzen naar beleidsregels, omdat het college hiermee een vorm van discretionaire ruimte krijgt bij de beoordeling of hem een regelgevende bevoegdheid toekomt. De delegatie mag ook niet afhankelijk worden gesteld van de advisering door of de instemming van derden. Het college zelf mag wel beleid voeren over de toepassing van de gedelegeerde bevoegdheid, aldus de Advocaat-Generaal. Ook is het toegestaan om in het delegatiebesluit te werken met open normen, mist die als objectieve normen kwalificeren, en om in dat besluit voorwaarden te stellen die het bestaan van regelgevende bevoegdheid voor het college afhankelijk maken van de concrete vormgeving van een individueel project of activiteit.

Misbruik (proces)recht

  • Rb. Noord-Holland 8 april 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3145
    Civiel Kort geding: misbruik van (proces)recht jegens derden (3:15 BW). Natuurstichting wordt verplicht haar beroep tegen een omgevingsvergunning in te trekken.